Rijden zonder verzekering
Rijden zonder verzekering
Rijden zonder verzekering
Brengt u een auto op de weg? Verzeker dan de wettelijke aansprakelijkheid die hiermee gepaard gaat. Zorg ervoor dat uw verzekeringsdocumenten altijd in uw voertuig aanwezig zijn. Rijden zonder (geldige) verzekeringspapieren resulteert in een boete, zelfs als uw auto wel verzekerd is. Bovendien kan uw auto ook worden weggesleept en/of in beslag genomen.
Welke boete kan u verwachten?
Rijden zonder verzekering is een ernstige verkeersovertreding met zware gevolgen. Overtreders riskeren een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete variërend van 800 tot 8000 EUR. Daarnaast kunnen rechtbanken een rijverbod opleggen, variërend van acht dagen tot vijf jaar of zelfs levenslang, en in sommige gevallen kan het voertuig verbeurd worden verklaard.
Wat bij herhaling?
In het geval van herhaaldelijke overtredingen, wordt de strafmaat verhoogd volgens het principe van gekruiste recidive. Dit betekent dat bij elke nieuwe overtreding binnen drie jaar na een eerdere veroordeling, een langer rijverbod zal worden opgelegd. Bovendien moet de overtreder elke keer opnieuw slagen voor vier herstelexamens om het rijbewijs terug te krijgen.
Als u bijvoorbeeld twee keer binnen drie jaar wordt betrapt op rijden zonder verzekering, krijgt u een rijverbod van minimaal drie maanden. Bij een tweede recidive binnen drie jaar na een eerder vonnis wordt het rijverbod verlengd tot minstens zes maanden, en bij een derde recidive neemt dit toe tot minimaal negen maanden. Het slagen voor de vier herstelexamens is bij elke verlenging vereist om het rijbewijs terug te krijgen
Vraag GRATIS ons advies.
Geen nood, wij helpen je graag verder om je strafmaat zo laag mogelijk te houden.
Wist je dat in 80% van de gevallen dit zelfs gratis is? Vaak zit dit bij in je autoverzekering en betaal je dus helemaal niet voor onze bijstand bij de politierechtbank.
Contacteer ons nu door op onderstaande knop te drukken.
WET VAN 21 NOVEMBER 1989 BETREFFENDE DE VERPLICHTE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING INZAKE MOTORRIJTUIGEN.
Artikel 2 §1
Tot het verkeer op de openbare weg en op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen, worden motorrijtuigen alleen toegelaten indien de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe zij aanleiding kunnen geven, gedekt is door een verzekeringsovereenkomst die aan de bepalingen van deze wet voldoet en waarvan de werking niet is geschorst.
De verplichting tot het sluiten van de verzekering rust op de eigenaar van het motorrijtuig. Indien een andere persoon de verzekering heeft aangegaan, is de verplichting van de eigenaar geschorst voor de duur van de overeenkomst die door de andere persoon is gesloten.
(De verzekering moet zijn gesloten bij een verzekeraar die daartoe is toegelaten of van toelating is vrijgesteld op grond van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen.)
Artikel 22 §1
De eigenaar of de houder van het motorrijtuig die het in het verkeer brengt of toelaat dat het in het verkeer wordt gebracht op een van de in artikel 2, § 1, bedoelde plaatsen zonder dat de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe het aanleiding kan geven, gedekt is overeenkomstig deze wet, alsmede de bestuurder van dat motorrijtuig, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd frank tot duizend frank, of met een van die straffen alleen.
De houder en de bestuurder van het motorrijtuig zijn krachtens het eerste lid alleen strafbaar als zij weten dat de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe het motorrijtuig aanleiding kan geven, niet gedekt is overeenkomstig deze wet.
Artikel 23
Wanneer een motorrijtuig dat niet onderworpen is aan de voorschriften van artikel 2, § 2, zich bevindt op één van de plaatsen vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, zonder te beschikken over het bewijs bedoeld in artikel 7, wordt de bestuurder gestraft met de straffen bepaald (in artikel 29, § 2) van de bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 gecoördineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer.